Chateau St Vincent;
een perfecte start van onze vakantie!
Het rustig aan doen vanaf het eerste moment dat de vakantie zich aandient.
Geen gejakker, geen gehaast. Juist heerlijk relaxed. Dat is hoe wij het altijd doen.
Met een goed gevulde auto gaan we de eerste dag van vertrek uitgerust en goedgemutst
op weg naar onze eerste stop. Dit keer is dat Chateau Saint Vincent;
een idyllisch wijnkasteeltje, verscholen tussen de wijnvelden midden in de Beaujolais streek.
Indien je mijn eerdere vakantie tripjes hebt gelezen, dan weet je dat ik dol ben op de Westkust van Frankrijk. Echter, deze heb ik inmiddels volledig uitgeplozen en bewonderd. Dus dit jaar gaan we een stukje verderop: naar de Côte d’Azur, waar de zee aangenaam op temperatuur is omdat de zon wat vaker schijnt. We besluiten ons ‘basiskamp’ te boeken in de buurt van Montpellier en Marseille. En aangezien dat toch een pittig eindje rijden is, doen we onszelf een tussenstop cadeau. Zowel op de heenweg als op de terugweg. Daarmee verlengen we meteen onze reis met een paar dagen. Hoe leuk is dat?
Water bij de wijn
Chateau Saint Vincent is niet alleen een prachtig plekje om te overnachten, maar het is ook een wijnhuis. Eigenaar Eric runt het hele bedrijf samen met zijn vrouw en zijn moeder en is zelf natuurlijk een fervent wijnliefhebber.
Bij aankomst krijg je als gast dan ook direct een uitnodiging voor het aperitif. Iedere dag rond de klok van zeven uur wordt je aan tafel verwacht voor een heuse wijnproeverij. Omdat wij het treffen met het goddelijke weer, vindt het aperitif dit keer plaats op de patio, bij het zwembad.
Eric komt dan aan met een aantal witte, rode en rose wijnen én een plateau met passende hapjes. Aangezien wij er ook wel van houden, beginnen we enthousiast aan de eerste witte wijn. En al snel hebben we de smaak helemaal te pakken, dus de andere wijnen glijden ook makkelijk naar binnen. Maar goed dat er een fles fris water bij staat!
“Het interieur past naadloos bij
de architectuur en de locatie
van Chateau Saint Vincent”
Zeker niet met de Franse slag
Eenmaal uitgeborreld, laten we ons door een aantal andere, spontane Hollandse gasten graag tippen ten aanzien van een goed restaurant in de buurt. Deze jongedames zijn ons reeds de vorige avond voorgegaan, dus het lijkt succesverzekerd.
En dat is het ook. Bovenop de top van een uitloper van het Alpengebergte, uitkijkend over een dal vol wijnvelden, genieten we niet alleen van het geweldige uitzicht maar ook van een heerlijk, dampend pannetje mosselen en (wederom) een goed glas wijn.
Bij terugkomst wijnen we nog even na met de inmiddels toch wel aangeschoten raadgevers en hijsen we onszelf naar de kamer. Het is pas de volgende ochtend dat het interieur mij nog blijer maakt dan ik al was. Tafzijde gordijnen, authentieke louvreluiken, antieke hemelbedden en een droom van een badkamer onder de gewelven van de kasteelzolder; de inrichting en decoratie van dit chateau ging zeker niet met de Franse slag. Ik vraag me af wie ervoor verantwoordelijk is. Zou het de excentrieke Eric zijn, of is zijn moeder wellicht een beroemde Franse interieur designer? Wie zal het zeggen? Ik heb het niet gevraagd….
Na een heerlijke nacht, begeven we ons (nog een tikje zwaar in het hoofd) naar de fraai gedekte ontbijttafel, waar de roomboter croissants en de knapperige stokbroden al op ons liggen te wachten. De verse jus d’orange geeft ons precies de energy boost die we nodig hebben voor het vervolg van onze reis. Op naar ons basiskamp, op naar de Côte d’Azur!